“Ik vind dat we veel te weinig seks hebben”, zegt de man tegenover mij en hij kijkt er ongelukkig bij. Hij schat dat ze twee keer per maand vrijen en probeert mij te ontfutselen of ik dat ook te weinig vind.
Ik
trek mijn schouders op. Er bestaat niet zoiets als een nastrevenswaardig
gemiddelde, wat mij betreft moet ieder stel dat voor zichzelf uitmaken. Veel
stellen vinden de frequentie bovendien van ondergeschikt belang, voor hen is het
de kwaliteit die telt. Die bepaalt of je er een tijdje op kunt teren of de
volgende dag weer een poging doet om alsnog te krijgen waar je naar verlangt.
Anderen
zien juist de frequentie (‘we doen het best vaak!’) als een bewijs dat de
relatie nog kerngezond is, maar blijken bij navraag beiden te vinden dat ze aan
scenarioseks doen: Er gebeurt altijd hetzelfde.
Ik
leg de man tegenover mij uit dat er bij ieder paar een partner is die vaker, en
een partner die minder vaak wil vrijen. Het gaat er om hoe je met dat verschil
omgaat en wat seks voor de een en wat het voor de ander betekent. Ik ben
benieuwd wie in hun relatie het initiatief neemt tot vrijen. Want het valt me vaak
op dat de partners die zeggen het meest naar seks te verlangen, zelden nog
initiatieven in die richting blijken te nemen als ik hen de eerste keer spreek.
De man tegenover me knikt: ook hij blijkt nog maar weinig lucht te geven aan
zijn verlangen naar meer seks.
Het
lijkt niet logisch, dat je geen moeite doet om iets te krijgen wat je wel graag
wilt. Maar mensen kunnen hele goede redenen hebben om naar seks te verlangen,
zonder nog een stap in die richting te zetten.
Waarom? Lees verder op www.fleurflirt.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten